35

Ik boekte mijn ticket online terwijl we naar het appartement reden. Er waren alleen tickets tegen vol tarief beschikbaar, maar het voordeel daarvan was dat deze konden worden gerestitueerd. Rosie was een notoire chaoot, maar bij belangrijke zaken zoals internationale reizen overcompenseerde ze dit door te vroeg op het vliegveld te arriveren. Ik hoopte dat ze nog niet door de douane was gegaan tegen de tijd dat wij daar aankwamen. Rosie had niet de ‘speciale’ status die ik van de luchtvaartmaatschappij had gekregen naar aanleiding van mijn eerdere adviezen aan hen, dus zij had geen toegang tot hun lounge. Ik zou haar indien nodig sms’en om haar te vinden, maar ik was niet van plan haar er vooraf op te attenderen.

      Eerst maakten we echter een tussenstop bij het appartement, om mijn paspoort op te halen.

      ‘Dat heb je niet nodig,’ zei Gene. ‘Het gedeelte tot aan Los Angeles is een binnenlandse vlucht. Je kunt gewoon je rijbewijs gebruiken.’

      ‘Ik heb geen rijbewijs. Dat is verlopen.’

      ‘Neem je verder niets mee? Ik zou wat spullen inpakken, gewoon voor de zekerheid.’

      ‘Ik reis niet verder dan het vliegveld.’

      ‘Stop gewoon wat spullen in een tas.’

      ‘Ik kan geen tas inpakken zonder inpaklijst.’

      ‘Ik vertel je wel wat je mee moet nemen.’

      ‘Nee.’ Ik had mijn stresslimiet bereikt en dat moest Gene hebben gemerkt.

      Ik pakte mijn paspoort uit de kast in mijn bad-werkkamer. Ik zou de reistijd van het appartement naar het vliegveld gebruiken om advies in te winnen bij Dave en Gene. Het was uitermate belangrijk dat ik mijn betoog optimaliseerde voordat ik Rosie sprak. Ik besefte dat ik de mogelijkheid had om mijn adviespanel uit te breiden. Voor vertrek ging ik bij George langs, en hij stemde ermee in met ons mee te gaan.

      Ik ging voorin zitten, naast Dave. Gene en George zaten op de achterbank.

      ‘Wat ga je tegen haar zeggen?’ vroeg Dave.

      ‘Ik ga haar zeggen dat ze een fout heeft gemaakt in haar spreadsheet.’

      ‘Als ik je niet zo goed kende, zou ik zeggen dat je een grapje maakte. Oké, ik speel Rosie. Klaar?’

      Als Sonia zich kon voordoen als Rosie, dan zag ik geen reden waarom Dave dat ook niet kon doen. Ik keek uit het raam om niet afgeleid te raken door zijn afwijkende uiterlijke verschijning.

      ‘Don, ik bedenk net dat ik nog iets ben vergeten in de analyse. Je snurkt. Vijf punten aftrek. Tot ziens.’

      ‘Je hoeft geen stemmetje op te zetten. En ik snurk niet. Dat heb ik gecontroleerd met behulp van een recorder.’

      ‘Don, het maakt niet uit wat je zegt, want ik vind toch wel iets anders om in de analyse te zetten, omdat ik die alleen maar heb gemaakt om jou ervan te overtuigen dat ik de juiste beslissing heb genomen.’

      ‘Dus je komt niet terug, wat ik ook doe?’

      ‘Misschien. Begrijp je wat je verkeerd hebt gedaan, waarom ik ben vertrokken?’

      ‘Leg dat nog eens uit.’

      ‘Dat kan ik niet. Ik ben Dave. Leg jij het maar uit, om er zeker van te zijn dat je het hebt begrepen.’

      ‘Ik vertelde je dingen die jij allang wist, en dat deed ik op een irritante manier.’

      ‘Juist. Je zat me de hele tijd de les te lezen. Het moeilijkste van het vaderschap is het bepalen van je rol. Voor mij is dat de rol van broodwinner.’

      ‘Wil jij de broodwinner zijn? Ik dacht dat je voor de baby wilde zorgen en daarna als onderzoeker aan de slag wilde gaan.’

      ‘Nee, dat zeg ik als Dave. Jij moet bepalen hoe jij in het plaatje past. Welke rol jij kunt spelen. Ze denkt dat ze je niet nodig heeft. Ze denkt nu maar aan één relatie: die tussen haar en de baby. Dat is biologisch bepaald.’

      ‘Je hebt goed opgelet,’ zei Gene.

      Eén relatie. Onze relatie was overgenomen, opzijgeschoven, overbodig gemaakt door de baby. Rosie had wat ze wilde. Ze had mij niet meer nodig.

      ‘Dat gebeurt dus bij alle stellen,’ zei ik. ‘Waarom lopen dan niet alle relaties stuk?’

      ‘Groupies,’ zei George. ‘Nee, even serieus, daar moet je je eigen weg in zien te vinden. Geen van mijn relaties was nog hetzelfde na de geboorte van het eerste kind.’

      ‘Geef het een maand of zes de tijd,’ zei Gene. ‘Daarna wordt het beter.’ Gene leek een tijdsduur te hebben uitgekozen die aansloot bij zijn betoog, zoals die populistische ontkenners van klimaatverandering ook deden. Zijn huwelijk verkeerde duidelijk in een slechtere staat dan zes maanden na de geboorte van Eugenie. Maar hij had onlangs wel weer contact gehad met Carl. Het leek logisch om te concluderen dat geluk binnen een huwelijk niet simpelweg een kwestie van tijd was, en dat het verbeteren van het algehele welzijn kon leiden tot instabiliteit. Dat was ook mijn ervaring.

      ‘Je hoort altijd dat je wat taken van je vrouw moet overnemen, zodat ze ook tijd heeft voor jou,’ voegde Dave eraan toe. ‘Doe de was, stofzuig het huis. Dat zegt iedereen. Iedereen die nooit een eigen bedrijf heeft gehad.’

      ‘Sonia kan je administratie op zich nemen,’ zei ik. ‘Dan hou je tijd over voor activiteiten die jullie nader tot elkaar brengen.’

      ‘Ik kan mijn eigen zaakjes wel regelen,’ zei Dave. ‘Daar hoeft mijn vrouw me niet bij te helpen.’

      ‘Als je vrouw je administratie wel wil doen, dan moet je dat aanbod met beide handen aangrijpen, lijkt me. Als jij dan voor haar stofzuigt, blijft er genoeg tijd over voor een welverdiende wip,’ zei George.

      Dave zei niets meer tot hij voor de vertrekhal parkeerde. ‘Wil je dat ik op je wacht?’

      ‘Nee,’ zei ik. ‘Het is efficiënter om met de trein terug te reizen.’


‘Geen handbagage, meneer?’

      De douanier (geschatte leeftijd achtentwintig, geschatte BMI drieëntwintig) hield me tegen nadat ik zonder problemen door het beveiligingspoortje was gelopen.

      ‘Alleen mijn telefoon en mijn paspoort.’

      ‘Mag ik uw instapkaart zien? Hebt u bagage ingecheckt?’

      ‘Nee.’

      ‘Vertrekt u zonder bagage naar L.A.?’

      ‘Correct.’

      ‘Mag ik uw legitimatiebewijs zien?’

      Ik gaf hem mijn Australische paspoort.

      ‘Komt u maar even mee, meneer. Er zal spoedig iemand met u komen praten.’

      Ik wist wat spoedig betekende in Amerika.

      In de verhoorkamer was ik me ervan bewust dat Rosies vertrektijd naderde. Gelukkig sloeg mijn ondervrager (man, ongeveer veertig, BMI zevenentwintig, kaal) de beleefdheden over.

      ‘Laten we meteen ter zake komen. U besloot zomaar even naar L.A. te gaan, klopt dat?’

      Ik knikte.

      ‘U had geen tijd om ondergoed in te pakken, maar u hebt wel aan uw paspoort gedacht. Wat wilt u in L.A. gaan doen?’

      ‘Ik heb nog geen plannen gemaakt. Waarschijnlijk vlieg ik meteen weer naar huis.’

      Na dit gesprek werden mijn kleding en lichaam aan een grondig onderzoek onderworpen. Ik maakte geen bezwaar omdat ik geen tijd wilde verspillen. Het was slechts ietwat onaangenamer dan mijn routinecontrole op prostaatkanker.

      Vervolgens werd ik weer naar de verhoorkamer gebracht. Ik besloot dat het wellicht handig zou zijn om meer informatie te geven.

      ‘Het is belangrijk dat ik met mijn vrouw meevlieg.’

      ‘Vliegt uw vrouw mee? Met de bagage? Waarom hebt u dat niet eerder gezegd?’

      ‘Dat zou de zaak alleen maar hebben gecompliceerd. Ik word er regelmatig van beschuldigd onnodig in detail te treden. Ik wil alleen met haar meevliegen.’

      ‘Hoe heet uw vrouw?’

      Ik gaf Rosies gegevens door en de beambte pleegde een telefoontje om deze te bevestigen.

      ‘Zij vliegt door naar Melbourne, Australië. U niet.’

      ‘Ik wilde haar vergezellen op het eerste deel van de reis. Om nog zo veel mogelijk tijd met haar door te kunnen brengen.’

      ‘U geniet blijkbaar meer van het gezelschap van uw vrouw dan ik.’

      ‘Dat lijkt me wel waarschijnlijk, aangezien zij en ik ervoor hebben gekozen met elkaar te trouwen, terwijl u haar nog nooit hebt ontmoet.’

      Hij keek me vreemd aan. Dat was niet voor het eerst.

      ‘Uw vlucht gaat zo vertrekken. U kunt maar beter opschieten. Er ligt een nieuwe instapkaart voor u klaar bij de gate. Ze hebben u een andere stoel gegeven, naast uw vrouw.’


De lounge bij de gate was verlaten. Rosie zat al in het vliegtuig. Ik had geen andere keuze dan ook aan boord te gaan.

      Ze was verbaasd toen ik naast haar kwam zitten. Uitermate verbaasd.

      ‘Hoe kom jij hier? Wat doe je hier? Hoe ben je aan boord gekomen?’

      ‘Dave heeft me gebracht. Ik ben hier om je over te halen bij me te blijven. Ik heb een ticket gekocht.’

      Ik profiteerde van haar stilzwijgen door meteen mijn betoog af te steken, dat ik dankzij Dave’s advies niet begon met het benoemen van de financiële denkfout in haar spreadsheet.

      ‘Ik hou van je, Rosie.’ Dat was waar, al paste het misschien niet helemaal bij mij om dit zo te zeggen.

      ‘Moest je dat van Sonia zeggen?’

      ‘Correct. Ik had dit vaker kenbaar moeten maken, maar ik was me niet bewust van die vereiste. Ik kan echter bevestigen dat dit gevoel nooit weg is geweest.’

      ‘Ik hou ook van jou, Don, maar daar gaat dit niet om.’

      ‘Ik wil dat je uit het vliegtuig stapt en met me mee naar huis komt.’

      ‘Je zei toch dat je een ticket had?’

      ‘Dat heb ik alleen gekocht om het vliegveld te kunnen betreden.’

      ‘Het is te laat, Don. Ik krijg geen geld terug.’

      Ik begon haar de financiële denkfout uit te leggen. Maar Dave had gelijk over de spreadsheet.

      ‘Stop, stop,’ zei Rosie. ‘Ik heb die analyse alleen gemaakt om jou te laten zien dat ik er goed over na heb gedacht. Er spelen nog een heleboel andere dingen mee... dingen die ik niet kan kwantificeren. Ik heb je toch al verteld dat er een ander is.’

      ‘Phil.’ Ik had het nummer 34 op zijn footballshirt zien staan op de foto’s die in Jarman’s Gym aan de muur hingen.

      Rosie keek beschaamd, of ik nam tenminste aan dat haar gezichtsuitdrukking wees op schaamte vanwege haar bedrog.

      ‘Waarom heb je me niet verteld dat het om je vader ging?’

      Op dat moment werd er een luid bericht omgeroepen vanuit de cockpit, wat niet viel te combineren met een gesprek. Dit gaf Rosie meer tijd om na te denken.

      ‘We wachten nog op drie passagiers die moeten overstappen vanaf een andere vlucht...’

      ‘Ik wilde het makkelijker maken, simpeler.’

      ‘Door een denkbeeldige vriend te verzinnen?’

      ‘Jij hebt een denkbeeldige Rosie verzonnen.’

      Dit zou een diepzinnige psychologische beschouwing kunnen zijn, of het was een verwijzing naar Sonia. Maar dat was verder irrelevant.

      ‘Je wilt mij vervangen door Phil, de slechtste vader ter wereld.’ Dit was uiteraard niet mijn huidige beeld van Phil maar een weergave van wat Rosie over hem had gezegd voordat ze zich hadden verzoend. Nauwgezetheid had momenteel niet mijn prioriteit.

      ‘Dat moet hij dan wel geweest zijn,’ zei Rosie. ‘Want kijk eens wat er van mij is geworden. Een prutser die niets van haar huwelijk bakt en die een alleenstaande ouder gaat worden, net als hij.’

      Herhalende patronen. Toen Rosie mijn eerste huwelijksaanzoek had afgewezen, was ik op een regenachtige ochtend naar de University Club gefietst om het nog eens te proberen. En dat deed ik nu ook, het nog eens proberen. Maar bij die eerdere gelegenheid had ik een plan gehad, een beter plan dan het uitleggen van de financiële denkfout in haar spreadsheet.

      Er liepen drie passagiers door het gangpad.

      ‘Het vliegtuig gaat zo vertrekken,’ zei ik.

      ‘Dan moet je nu uitstappen,’ zei Rosie.

      ‘Er zijn talloze redenen om in New York te blijven.’ Ik was aan het improviseren, wilde niet opgeven, ook al wist ik dat de kans klein was dat ik Rosie zou kunnen overhalen met argumenten die ik ter plekke had bedacht. ‘Ten eerste de prestige van de studie geneeskunde aan Columbia, die...’

      ‘Alle elektronische apparaten moeten nu worden uitgeschakeld.’

      Het was waarschijnlijk maar beter voor mijn geestelijke gezondheid dat Rosie me tegenhield.

      ‘Don, ik waardeer het enorm wat je probeert te doen, maar denk er eens over na. Jij voelt je niet echt betrokken bij deze baby. Niet emotioneel. Je voelt je bij mij betrokken. Dat geloof ik wel, ik geloof wel dat je van me houdt, maar dat is niet waar ik nu behoefte aan heb. Ga alsjeblieft gewoon naar huis. Ik zal je Skypen zodra ik ben aangekomen.’

      Helaas had Rosie in feite gelijk. Claudia had Rosies beweegredenen correct ingeschat, wat betekende dat ik haar met geen enkel rationeel argument zou kunnen ompraten. In mijn hoofd was Bud nog steeds een theoretisch concept. Ik kon Rosie niet wijsmaken dat ik emotioneel gezien was geconfigureerd voor het vaderschap. Ik drukte op de hulpknop. Er verscheen bijna meteen een steward (geschatte BMI eenentwintig).

      ‘Kan ik u ergens mee helpen?’

      ‘Ik wil uitstappen. Ik ben van gedachten veranderd en wil niet langer meevliegen.’

      ‘Het spijt me, maar de deuren zijn al gesloten. We zullen zo naar de startbaan taxiën.’

      De man die naast me aan het gangpad zat steunde me. ‘Laat hem alstublieft uitstappen.’

      ‘Het spijt me, maar dan zouden we bagage moeten uitladen. U zou de hele vlucht ophouden. U bent toch niet ziek?’

      ‘Ik heb geen bagage bij me. Niet eens handbagage.’

      ‘Het spijt me echt, meneer.’

      ‘Passagiers en bemanning, gaat u alstublieft zitten.’

      Het besef dat ik wel had mogen uitstappen als ik had gezegd dat ik ziek was, bracht me op de rand van een zenuwinzinking. Dit kwam boven op alle stress veroorzaakt door het levensbedreigende Sonia Noodgeval de dag ervoor, mijn onvermogen om mijn huwelijk te redden, mijn organisatorische incompetentie en de grove schending van mijn privacy. Nog één leugen, één kleine leugen, en ik had kunnen uitstappen. Maar ik had mijn grens bereikt, in alle opzichten.

      Ik kon niet weglopen. Dat werd me onmogelijk gemaakt.

      Ik sloot mijn ogen en haalde diep adem. Ik dacht aan cijfers, aan afwisselende sommen van kubussen en hun voorspelbaarheid, die al zo waren geweest vóór de komst van de mens met al zijn emoties, en ook altijd zo zouden blijven.

      Ik werd me ervan bewust dat er iemand over me heen gebogen stond. De steward.

      ‘Pardon, meneer, wilt u uw stoel rechtop zetten tijdens het opstijgen?’

      Nee, dat wilde ik helemaal niet, verdomme! Ik had het al geprobeerd, maar de knop was stuk, en de minieme invloed die het had op mijn overlevingskansen...

      Ik haalde diep adem. In. Uit. Ik vertrouwde er niet langer op dat ik iets zinnigs kon uitbrengen. Ik voelde de steward langs mijn buurman heen reiken om aan mijn stoel te morrelen terwijl ik op het punt stond een zenuwinzinking te krijgen, maar door de stoelriem kon ik geen kant op. Ik kon dit niet laten gebeuren in het bijzijn van Rosie.

      Ik begon mijn mantra te herhalen, op vlakke toon, terwijl ik mijn ademhaling weer onder controle probeerde te krijgen. ‘Hardy-Ramanujan, Hardy-Ramanujan, Hardy-Ramanujan.’

      Ik weet niet hoe vaak ik het heb gezegd, maar toen ik weer helder kon nadenken, voelde ik Rosies hand op mijn arm.

      ‘Gaat het, Don?’

      Het ging niet, maar dat was inmiddels weer te wijten aan het oorspronkelijke probleem, niet meer aan de zenuwinzinking. En ik had nog vijf uur om daar een oplossing voor te bedenken.